Voorbereiding op het leren lezen m.n. auditieve vaardigheden voor oudste kleuters.
In groep 2 zijn we in de groep bezig met het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn voor het starten met het leren lezen. Los van de betekenis van een taal moet een kind zich bewust worden van de vorm van een taal.
Zo leren de kinderen dat verhalen op te delen zijn in zinnen, zinnen in woorden en woorden in klanken. Het stukje waarbij kinderen leren dat woorden verdeeld kunnen worden in klanken heet fonemisch bewustzijn.
Een eerste stap is het leren rijmen; leren luisteren naar de klank van een woord. Bijvoorbeeld een kat is een dier met een staart, vier poten en het zegt miauw. Het kind ziet in gedachten een dier.
Kleuters moeten leren luisteren naar de klank van het woord kat.
Klinkt het woord kat hetzelfde als kast?
Welk woord rijmt op het woord kat?
Kat – mat. Rijmt het wel of niet?
Kan het kind zelf een woord bedenken dat rijmt op het woord kat?
Nu in groep 2 leren de kinderen klanken samenvoegen tot woorden. Een spelletje dat we vaak doen is ‘ra, ra wat zeg ik?’ K - a - t Antwoord: kat
De klanken worden daarbij lang aangehouden. Dus: k(uh)- ààà – t(uh) = kat
Let op dat er geen letters benoemd worden! (Kaa- aaa- tee is niet goed, want dat wordt samengevoegd als Kaatee.)
De kinderen leren letterklanken ‘r’ is dus geen ‘er’, maar ‘rrrrrr’
Op dit moment doen we spelletjes met welke klank hoor je aan het begin van (eind van of middenin) het woord?
Kat begint met k. Raam begint met r.
Vis de laatste klank is s.
Roos de klank in het midden is oo.
Alle letters worden benoemd als klank; dus nooit als letter!
Bij dit bericht ziet u een spel waarbij de kinderen luisteren naar een klank en twee werkbladen met rijmopdrachten; één makkelijk en één moeilijker ’werkblad.