Cito-toetsen: wat je moet weten over het leerlingvolgsysteem
Op de basisschool krijgen kinderen toetsen uit de boeken waar ze mee werken. Dit worden de methodegebonden toetsen genoemd. Meestal na elk hoofdstuk of onderdeel wordt de lesstof getoetst. De lesstof zit dan nog vers in het geheugen van de leerlingen. Voor het gemiddelde resultaat van de toetsen uit de methode in een bepaalde periode wordt een cijfer gegeven op het rapport, bijvoorbeeld een voldoende of goed.
Naast de toetsen uit de schoolboeken maken de leerlingen op de meeste scholen toetsen uit een leerlingvolgsysteem. Deze Cito-toetsen zijn langer dan de toetsen uit de methode. Cito is een organisatie die gespecialiseerd is in het samenstellen van toetsen. Ze zijn bijvoorbeeld ook verantwoordelijk voor het maken van de eindexamens op de middelbare school.
Met de Cito-toetsen wordt tweemaal per jaar per lesstofonderdeel onder meer vastgesteld:
of een kind zich goed ontwikkelt als je kijkt naar de uitslagen van de vorige toetsen.
of een kind zich goed ontwikkelt als je het vergelijkt met andere kinderen van dezelfde leeftijd. De toetsen uit het leerlingvolgsysteem worden LVS-toetsen genoemd. Ze staan ook bekende als ‘de Cito-toetsen’. De LVS-toetsen vormen een stukje van de puzzel om te zien hoe het met de leerling gaat op school.
Een leerlingvolgsysteem is dus een meetinstrument voor de lange termijn. Je kunt er de ontwikkeling van een kind mee volgen.
Welke Cito-toetsen krijgt je kind?
De school kiest welke toetsen worden afgenomen. Cito biedt een groot aantal toetsen aan en de leerkracht bepaalt met zijn of haar collega’s welke toetsen je kind gaat maken.
Cito toetsen: toetsscore en vaardigheidsscore
Je kunt niet zomaar de resultaten van verschillende cito toetsen met elkaar vergelijken. Een rekentoets in groep 4 heeft een andere inhoud dan een toets in groep 6. Om deze toetsen toch te kunnen vergelijken, wordt het aantal goed gemaakte opgaven naar eenzelfde meetschaal vertaald.
Het aantal goed gemaakte opgaven wordt de toetsscore of ruwe score genoemd.
Deze ruwe score wordt vervolgens omgezet naar een zogenaamde vaardigheidsscore. De toetsscores van de verschillende toetsen van bijvoorbeeld rekenen worden op eenzelfde schaal (de vaardigheidsschaal) gezet.
Met de vaardigheidsscores kunnen de toetsen uit verschillende leerjaren of groepen met elkaar worden vergeleken. De resultaten van de toets Rekenen E6 (de toets die eind groep 6 wordt afgenomen) kunnen nu vergeleken worden met de resultaten op de toetsen Rekenen M6 (midden groep 6) en Rekenen E5 (eind groep 5). De leerkracht kan de ontwikkeling van een leerling in een bepaald vakgebied, bijvoorbeeld rekenen, met de vaardigheidsscore volgen
De leerkracht kan ook de ontwikkeling van de vaardigheidsscore in een grafiek laten zien. Dit geeft een overzichtelijk beeld van de voortgang van je kind bij een bepaald vak.
Wijzeroverdebasisschool.nl