Kijken doe je met je ogen. Eentje hier en eentje daar.
Met die mooie blauwe ogen kun je kijken naar elkaar.
Bastiaan is heel verdrietig, dikke tranen. Zie je dat?
Je had niet kunnen troosten als je niet gekeken had.
Kijken doe je met je ogen. Eentje hier en eentje daar.
Met die mooie blauwe ogen kun je kijken naar elkaar.
Isabel is super vrolijk. Twinkel ogen. Zie je dat?
Je had niet kunnen lachen als je niet gekeken had.
Kijken doe je met je ogen. Eentje hier en eentje daar.
Met die mooie blauwe ogen kun je kijken naar elkaar.
Dominic is hard gevallen. Zere knieën. Zie je dat?
Je had niet kunnen helpen als je niet gekeken had.
Kijken doe je met je ogen. Eentje hier en eentje daar.
Dus gebruik die mooie ogen om te kijken naar elkaar.