De prepuberteit

Valt het je op dat het gedrag van je kind verandert? Krijg je alleen nog maar ‘nee’ te horen of heb je het idee dat je amper contact krijgt? Het kan zijn dat je kind aan het prepuberen is. De puberteit begint niet voor elk kind op precies hetzelfde moment. Meisjes beginnen vaak eerder te puberen dan jongens, soms al als ze 10 of 11 jaar zijn. De periode die de puberteit als het ware inluidt, kun je de ’prepuberteit’ noemen. Er zijn dan al veranderingen in het lichaam gaande, maar van buitenaf is dit nog niet te zien.

Groei

In de puberteit vinden er allerlei ontwikkelingen plaats. De hersenen maken tijdens de adolescentie een enorme groei door. Meerdere hersengebieden komen tot ontwikkeling en die gebieden onderling gaan efficiënter samenwerken. Na de puberteit (rond 25 jaar) werken de hersenen gemiddeld 200 keer zo snel als die van een tienjarige. Ook lichamelijk ontwikkelt je kind zich onder invloed van hormonen naar volwassenheid. Al deze veranderingen hebben gevolgen voor zijn of haar sociaal-emotionele ontwikkeling.

Zelfstandigheid
Je kind groeit steeds meer toe naar zelfstandigheid. Hij of zij is veel met zichzelf bezig, ontwikkelt een eigen identiteit en krijgt de behoefte om zich van je los te maken. Veel kinderen beginnen tijdens het prepuberen opvallend flink brutaler te worden tegen hun ouders. Het ‘zich afzetten’ begint dan eigenlijk al. Hoewel dit nooit van de ene op de andere dag gaat, zal het je vast opvallen dat dit meer gebeurt dan voorheen. De invloed van een vriendenkring kan in deze fase groter worden dan die van jou als ouder.

Privacy

Daarnaast krijgt je kind steeds meer behoefte aan privacy en trekt zich graag terug op zijn of haar eigen kamer. Als je kind een kamer deelt met een broertje of zusje is het prettig om een eigen plek te creëren. Vind je kind het niet fijn als jij of je partner de badkamer inloopt als hij of zij onder de douche staat? Doe dit dan ook niet.

Onzekerheid
Tijdens de prepuberteit krijgt je kind te maken met veel veranderingen, zowel emotioneel als lichamelijk. De ene keer is hij of zij heel blij en op het volgende moment ineens enorm chagrijnig. Sommige kinderen voelen zich daardoor erg onzeker. Dit kan van invloed zijn op het gevoel van eigenwaarde en het zelfbeeld van je kind. Maar het kan ook gevolgen hebben voor hoe makkelijk je kind nieuwe vrienden maakt, zeker wanneer hij of zij naar de middelbare school gaat. Daarbij wordt de prestatiedruk op school mogelijk steeds groter en dat kan samen met die onzekerheid leiden tot faalangst.

Wat kun jij doen?
Het is belangrijk je kind aan te moedigen om zich onafhankelijk te gedragen en zelf initiatieven te nemen. Realiseer je dat conflicten er in deze fase vaak gewoon bij horen. Het is goed dat je grenzen blijft stellen. Vooral open praten met je kind valt niet altijd mee, maar is en blijft noodzakelijk.